Het gebouw - Sint Agnietenklooster


Rond 1400 onderging de stad Elburg een ingrijpende gedaanteverandering: van een met grachten omgeven lintbebouwing tot een rechthoekige, ommuurde vestingstad.

In de eerste helft van de vijftiende eeuw verrees in de nieuwe stad een vrouwenklooster. Het klooster werd gewijd aan de heilige Agnes, patroonheilige van de in clausuur levende zusters. De bouw van het kloostercomplex, waarin de dubbelkapel (van vóór 1444) een centrale plaats inneemt, nam enkele decennia in beslag. In de tweede helft van de zestiende eeuw was de invloed van de Reformatie zo sterk, dat het klooster in handen kwam van het stadsbestuur.

In de eeuwen die volgden had het complex verschillende functies.

Het gebouw diende onder andere als pakhuis, azijnfabriek, school en stadsgehoorzaal. Ook kwamen er in en bij het gebouw woningen.

Het laatmiddeleeuwse Sint Agnietenklooster is in de jaren veertig, vijftig en zeventig van de vorige eeuw gerestaureerd. Aanvankelijk was het museum in de dubbelkapel gevestigd, later kwamen daar de zalen van het pand Jufferenstraat 8 bij en

nadat de dienst gemeentewerken het pand in 1985 verliet is vrijwel het gehele

klooster als museum in gebruik. 

 

Schandballen en schandbank

Wijnbokaal

Boekje van het St. Joris Gilde 

Planetarium van Laun


Ken uw museum | Gildezilver

We hebben in ons museum meerdere Gildezilver stukken staan. Dit zijn gildeschalen, kandelaren of gildebekers. Laten we nou net een leuke anekdote hebben van die gildebekers en gildeschalen..

 

Vroeger hadden de heren van het Schipluidengilde bijeenkomsten waarbij er gegeten en gedronken werd. Hoe belangrijker je positie was, hoe groter je drinkbeker was. De kans dat je een glaasje te veel dronk nam dan ook toe. Om te controleren of je nog fatsoenlijk over straat kon, werd er over een laag bankje gesprongen met brandende kaarsen aan de uiteindes.. Ging dit mis, dan moest die persoon een boete betalen die ten goede kwam aan de weeskinderen van Elburg. Dat is nog eens een sympathiek gebaar van die heren! Overigens is nooit bekend geworden of het geteste slachtoffer de rest van de avond van de drank af moest blijven…

 

Daarnaast bezitten we ook zilveren penningen die op de notenhouten scepter bevestigd zitten, deze werd vaardig gehanteerd door de overman van het Schipluidengilde. De penningen waren geschenken van de gildevoorzitters waarvan er één penning toebehoorde tot een lid van de familie van Oldenbarnevelt. Een andere penning behoorde toe aan Willem Anne van Spaen la Lecq, hij was van 1769 tot en met 1795 bijna onafgebroken burgemeester van Elburg. Hij mocht zich ook lid van de Eerste Kamer en president van de Hoge Raad van Adel noemen.

 

Alle zilveren voorwerpen in het museum zijn voorzien van merktekens, dit is in 1503 bepaald door Philips en Schone.  Aan de hand van deze tekens is meestal na te gaan wie het voorwerp maakte, waar en wanneer het gemaakt is en welk gehalte het zilver heeft. Verder werd er ook een jaartal ingeslagen, beginnend bij de A. Het edelsmeden is een ambacht om veel respect voor te hebben, het is niet gemakkelijk. Bekende technieken van de zilversmid zijn onder andere hameren en drijven, waarbij de vorm met allerlei hamers ingedreven werd. Ook werden er vaak verschillende versieringen in de vorm gedreven. Het werd zo goed gedaan dat onze deskundigen uit onze tijd soms niet eens weten of het een gedreven of gegoten voorwerp is. Gieten is zeker geen makkelijke techniek maar levert, als het goed gebeurd, prachtige voorwerpen op die zeker niet onder doen voor de andere technieken. Aan het einde van het proces maakte de zilversmid de gaatjes dicht met een ciseleerpons en met het bruineerstaal werd het voorwerp gepolijst totdat het een mooie glans kreeg.

  

 

0 Berichten

Ken uw museum | G. Haasloop Werner

Bij weinig mensen gaat er een belletje rinkelen bij de naam G. Haasloop Werner. Toch heeft deze man interessante boeken geschreven over Elburg en de omgeving van onze vestingstad. Ook maakte hij tekeningen van wat hij zag tijdens zijn vele wandelingen. Zijn boeken en tekeningen schetsen niet de volledige waarheid. Haasloop Werner was namelijk nogal fantasierijk en zijn werk was niet heel nauwkeurig. Maar het neemt niet weg dat zijn werk een interessante bron is om te bestuderen.

 

Heinrich Gottfried Werner Haasloop is geboren in Kleef op 16 april 1792. Hij wordt opgevoed in de Oostfriese stad Aurich door zijn peetoom. Hij heette toen nog Heinrich Gottfried Werner. Zijn vader stief in 1805 maar zijn moeder woonde zeker tot 1825 in Hamburg, het is onduidelijk waarom zijn peetoom hem opgevoed heeft. Op 14 november 1811 (Heinrich is dan 19 jaar oud) is hij opgepakt door handlangers van Napoleon op basis van dienstweigering. Hij moet alsnog in dienst en wordt al gauw bevorderd tot sergeant-majoor. Het zit hem niet mee, tijdens de tocht naar Rusland verliest hij een vingerkootje door een sabel en op de terugweg bevriezen zijn beide benen waardoor hij in Dantzig (ook wel Gdansk genoemd) in het ziekenhuis beland.

 

Heinrich wil niet nog eens voor Napoleon op pad en besluit over te lopen naar het Russische-Duitse leger in 1813. Maar Heinrich had wel een probleem, hij kon zich niet zomaar inschrijven onder zijn echte naam. Hiermee zou hij bekennen dat hij een overloper zou zijn. Daarom neemt hij een nieuwe naam aan; Hasselob Werner. Vanaf deze datum werd hij Haasloop Werner genoemd, dit verklaart dus zijn dubbele achternaam. Hij vecht mee in de strijd om Leipzig die Napoleon verloor. Uiteindelijk nam hij dienst in het legioen van Oranje, Nederland, en klimt op tot de rang van kapitein. Van deze periode is weinig bekend behalve dat hij een Militaire Willemsorde ontvangt in 1836.

 

Heinrich trouwt met Jeanne van der Upwich en ze vestigen zich op landgoed de Haere in Doornspijk. Het landgoed is van zijn schoonouders en vanaf hier starten ook zijn wandelingen over de Veluwe. Heinrich schrijft alles op wat hij ziet en daar komen wat later ook tekeningen bij. Uiteindelijk maakt hij hier een boek van wat Museum Elburg in het bezit heeft. Zoals we in de inleiding vermeldden, was niet alles waarheidsgetrouw. Heinrich is fantasierijk en zijn werk is  vaak niet erg nauwkeurig. Maar het is een mooi beeld van de Veluwe en Elburg in het bijzonder, van die tijd. Haasloop Werner sterft op 29 september 1864 en ligt begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Nunspeterweg in Elburg. 

1 Berichten

Ken uw museum | Van Kinsbergen

Van Kinsbergen was een dappere zeeheld, auteur en filantroop. In Elburg kennen we hem vooral van zijn liefdadigheidswerk, de scholen die naar hem genoemd zijn en uiteraard de van Kinsbergenstraat. Maar wie was hij nou eigenlijk? Het is tijd om zijn leven wat meer uit te lichten.

 

Jan Hendrik van Kinsbergen werd op 1 mei 1735 geboren in Doesburg maar toen hij 6 jaar oud was, vertrok hij met zijn vader naar Elburg. Drie jaar later, toen Jan Hendrik 9 jaar was, vertrok hij opnieuw uit Elburg maar ditmaal als soldaat naar de Zuidelijke Nederlanden, wat nu België is. Onvoorstelbaar in deze tijd, een jongetje van 9 naar de frontlinie sturen! Onze zeeheld viel op en kreeg een opleiding op de zeevaart. Hij ging daarnaast ook in Hollandse zeedienst maar er was, na zijn opleiding, weinig te vechten in Nederland. In 1770 ging hij daarom in Russische dienst. Hij versloeg de Turken en kreeg de eretitel Held van de Zwarte Zee. In 1775 kwam hij terug naar ons land, maakte hier naam als kapitein die de Barbarijse zeerovers versloeg en won de zeeslag van Doggersbank. Uiteindelijk vertrok hij naar Wenen en kreeg daar lof toegezwaaid van Jozef II.

 

In 1793 werd hij opperbevelhebber van de Nederlandse zeemacht en dat was ook nodig want we waren in oorlog met de Franse republiek. Nadat de Prins van Oranje (Willem V) naar Engeland vluchtte in 1795, werd hij gevangen genomen en nog wat later werd hij uit de krijgsbediening gezet. Hij vertrok naar Denemarken en ging in dienst bij de Deense koning als vice-admiraal tot 1806. In 1808 was hij weer in Nederland en werd hij buitengewoon maarschalk der Hollandse zeemacht.

 

Uiteindelijk bleef hij in Nederland en vestigde zich opnieuw in Elburg, aan de Jufferenstraat 17. Hij richtte hier een Instituut voor Opvoeding op, wat zijn naam droeg. Uit dit Instituut zijn uiteindelijk de Van Kinsbergen College ontstaan en de Van Kinsbergenschool die recent gesloopt is en nu gevestigd zit in Scola, die ook zijn naam draagt. Jan Hendrik van Kinsbergen overlijdt op 24 mei 1819 in zijn villa in Apeldoorn. Hij heeft op de plaatselijke begraafplaats daar een graf en er is een praalgraf in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

1 Berichten

Ken uw museum | De Stadsomroeper

Vroeger waren er geen NL-alerts of pushmeldingen op je telefoon om belangrijk nieuws door te geven. In plaats daarvan hadden vele dorpen een stadsomroeper die gewapend met bekken en hoorn door de stad liep en boodschappen omriep. Veel particulieren konden zo bekend maken welke aanbiedingen zij hadden en zo hoopten zij natuurlijk op meer klanten! De beslissingen die het stadsbestuur nam, werden ook omgeroepen. Zo wist iedereen welke besluiten er genomen werden.

 

In ons museum liggen de oude attributen die de stadsomroeper gebruikte, zoals de bekken en de hoorn. Deze attributen komen vermoedelijk uit de 18e eeuw. U kunt dit vinden in ons museum op de zaal –Stad vol Bedrijvigheid-.

 

Op dit moment zijn er ook nog stadsomroepers actief in het hele land maar vaak werken zij niet het hele jaar. Ook in Elburg hebben we nog een stadsomroeper, Marcel Vlieger. Als je eens bij de Bokbierdag bent geweest, dan ken je hem zeker. Vanaf een paardenkar geeft hij bij elke horecagelegenheid een omschrijving van het bier. Natuurlijk is Marcel als stadsomroeper ook aanwezig bij Winter in de Vesting waarbij hij mee loopt met de optocht. Op Facebook is hij ook druk met het delen van allerlei informatie en is hij een online stadsomroeper, iets wat helemaal bij deze tijd past.

 

De allerlaatste officiële stadsomroeper was Daniel Hartgers die zijn werk tot 1970 heeft gedaan. Zijn vader, Herman Hartgers, deed het werk voordat Daniel het overnam. Herman nam het werk weer over van stadsomroeper Hulsman.

1 Berichten