Stad met een plan



Elburg is een stedenbouwkundig monument.  De stad maakt in de Middeleeuwen deel uit van het ‘kerspel Thornspicc’. De kleine handeldrijvende nederzetting is gelegen aan de Zuiderzee.  In de 13e eeuw krijgt Elburg stadsrechten van graaf Otto II van Gelre.  De stad koppelt handel aan scheepvaart en wordt lid van de Duitse Hanze, een samenwerkingsverband van handelaren en steden die gelegen zijn rond de Noord- en Oostzee.  Het heeft zelfs een eigen handelspost op Schonen, in Zweden.

Elburg kent aanvankelijk lintbebouwing: langs een lange hoofdstraat liggen stadhuis, kerk, gasthuis en woningen. Aan het einde van de 14e eeuw ondergaat de stad een indrukwekkende gedaanteverwisseling.  De hertog van Gelre geeft zijn rentmeester Arent thoe Boecop de opdracht een nieuwe versterkte stad te bouwen.  Thoe Boecop ontwerpt een stad met een rechthoekige plattegrond en recht op elkaar staande straten.  Het gigantische karwei wordt in vier jaar geklaard, compleet met grachten en stadsmuren ter bescherming tegen roofridders en ander gespuis.  In de 16e  eeuw worden, omwille van de verdediging tegen de Spanjaarden, vestingwerken in opdracht van Willem van Oranje gemoderniseerd: er verrijzen aarden wallen, nieuwe buitengrachten, bastions, kazematten en een nieuwe haven. Hoewel delen van de vesting in de 19e eeuw worden geslecht, is het oorspronkelijke stadsplan tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.

In 1974 is Elburg weer herenigd met ‘Thornspicc’ en maken de kernen: Doornspijk, ’t Harde, Hoge Enk en Oostendorp deel uit van de gemeente Elburg.