· 

Thuisactiviteiten

 

We nodigen je uit om mee te doen met leuke #thuisactiviteiten die je zelf kunt uitvoeren. Deze activiteiten hebben meestal een link met het oude klooster waar #Museum Elburg is gevestigd of het erfgoed en de stad #Elburg. Elke week krijg je van ons een nieuwe creatieve missie, om je met verf, papier, textiel, camera en/of andere materialen uit te leven.

 

Deel je creatie op Instagram of Facebook en tag ons er in (@museumelburg) en gebruik de hashtags #thuisactiviteit & #museumelburg. Of zet je foto in de comments onderaan de berichten die we over de thuisactiviteit delen. Zo vinden we je gemakkelijk terug.

Niet op social media? Geen nood, je kunt je creatie ook mailen naar info@museumelburg.nl

Bovenlicht | Thuisactiviteit #8


Smedestraat 10 in Elburg
Smedestraat 10 in Elburg

 

 

Deze thuisopdracht gaat over het bovenlicht. Leuk en leerzaam!

 

Een bovenlicht is het raam dat zich boven de (voor)deur van een gebouw bevindt. Zo’n raam zorgt dat er licht binnenvalt in de zich achter de deur bevindende gang.

Rond de 17 e eeuw werden de eerste huizen gebouwd met een gang. Voor die tijd bevond je je bij het binnengaan van het huis direct in de woonkamer en viel je als het ware met de deur in huis. In veel landen is dat overigens nog steeds zo. De ramen van de 17-eeuwse huizen bestonden meestal uit glas-in-loodramen, bestaande uit een heleboel kleine ruitjes. Ze konden toen nog geen grote ruiten maken. Wat later in de 17e eeuw kwamen de eerste houten sponningen in gebruik. Deze houten sponningen waren goedkoper dan lood. Wel bleven de ruitjes nog steeds behoorlijk klein.

Het is altijd moeilijk om te bepalen hoe oud zo’n bovenlicht is. Je ziet maar heel weinig dat het bovenlicht uit de zelfde periode als de bouwperiode van het huis komt. De houten snijramen waren vaak niet erg duurzaam en na verloop van tijd moest het bovenlicht dan ook worden vervangen. Het nieuwe bovenlicht werd dan vaak aangepast aan de mode van die tijd.

Ook in Elburg zijn er een paar hele mooie bovenlichten. De pijlen verwijzen naar de 7 Provinciën. Boven in een ruitteken. Het acanthusblad boven vormt hartjes. Onderin verbeeldt het de ING-rune.( https://runen-cursus.nl/runen/inguz/ )

 

Voor afbeeldingen zie bijlage.

 

Ook zie je vaak de levensboom in het bovenlicht. Voor de meeste mensen is de levensboom de meest bekende figuur in het bovenlicht. Dit komt vooral omdat die in het midden van de 19e eeuw populair werden en massaal werden aangebracht boven de voordeur. Al deze levensbomen hebben hun eigen bijzondere kenmerken. Verder is het nog zo dat, afhankelijk van de hoogte van het raam, de boom naar wens kon worden uitgerekt of ingekort. De voorstelling werd dan aan de grootte en de vorm van het raam aangepast.

In veel van deze bomen hangen twee klokjes, die vermoedelijk te zien zijn als opvolgers van de begeleidingsvogeltjes Maar ook in deze gietijzeren boompjes zit nog behoorlijk wat variatie. Naast de gietijzeren exemplaren zijn er ook nog tal van houten levensbomen bewaard en ook in het stucwerk komen we de symboliek ervan tegen. De levensboom kom je ook veel tegen in borduurwerk. De boom wordt van oudsher gebruikt als symbool van het leven zelf. In elk jaargetijde ziet de boom er immers anders uit. Zo zie je de boom in de lente, zomer, herfst en winter telkens in een andere verschijning. De mensen zien de boom zo ook als een teken voor hun eigen leven, namelijk van kind, puber en jongvolwassene, de bloei van het leven en de ouderdom. Museum Elburg heeft ook een heel bijzonder bovenlicht. Dit Bovenlicht komt oorspronkelijk uit het voormalige woonhuis van Admiraal van Kinsbergen.

Ga maar eens een wandeling in Elburg maken op zoek naar verschillende bovenlichten. Je kunt ze natekenen of fotograferen. Zet het adres er steeds bij. Hierna ga je thuis zelf een ontwerp maken voor een bovenlicht. Je mag zelf kiezen voor welke vorm van het raam je kiest. Natuurlijk hoef je niet te kiezen voor een levensboom en mag je echt een eigen ontwerp maken. Je materiaal en ondergrond mag je zelf verzinnen.

 

 

Zorg dat er wel licht door jouw ‘raam’ kan vallen.

Je mag een foto van je kunstwerk naar museum Elburg sturen( info@museumelburg.nl) Ook mag je je werkstuk opsturen of als we weer open zijn afgeven. (Jufferenstraat 6-8, 8081CR Elburg)

 

De mooiste ontwerpen worden deze zomer op de beletage van Museum Elburg opgehangen! Doe je best!

Download hieronder de thuisopdracht met de afbeeldingen

Download
Thuisopdracht Bovenlicht..pdf
Adobe Acrobat document 556.6 KB

Het verhaal van Alide | thuisactiviteit #7


Soeterbeeck getijdenboek
Soeterbeeck getijdenboek

 

Hieronder kun je het verhaal lezen van een jong meisje genaamd Alide die van haar ouder het klooster in moest. Het verhaal laat je echt beleven hoe het voor haar geweest moet zijn, waarschijnlijk niet makkelijk. 

 

Kun jij je door dit verhaal inleven in Alide? Hoe had jij het gevonden als je zomaar je familie moest verlaten en het klooster in moest?

Beeld het je eens in en schrijf of type een brief namens Alide naar huis. We hebben al een brief voor je gemaakt met een randversiering uit de middeleeuwse tijd (onderaan het verhaal van Alide te dowloaden). Kopieer het kader als achtergrond op je computer en schrijf zo de brief. Deel vooral je brief met ons via Facebook of per mail naar info@museumelburg.nl.

 

 

Leven in het klooster, het verhaal van Alide

Deel 1 Weg gestuurd!

Het is ochtend, de zon kruipt door de ramen en Alide ligt in haar bed. Ze is al wakker en kijkt hoe de zonnestralen naar binnen vallen op de stoffige stenen vloer. Alide slaapt alleen in een kleine kamer, ze woont in een kasteel. Haar vader bezit veel land en is erg rijk. Alide heeft twee broers, vier zussen en drie kleine broertjes.

 

Haar oudste broer zal later de baas worden over het kasteel, en haar andere broer blijft dicht in de buurt van het kasteel wonen in een groot landhuis. Haar oudste zus is al uitgehuwelijkt aan een rijke landheer en woont nu in Duitsland. Haar andere drie zussen zullen binnenkort ook het huis uit gaan. De vader van Alide moet veel geld betalen om voor zijn dochters een goed huwelijk te kunnen sluiten. Want om een goed huwelijk te kunnen sluiten moet de vader van Alide een bruidsschat betalen aan de familie van de bruidegom.

 

Vader en moeder maken zich zorgen, er zijn zoveel kinderen. Als later alles verdeeld moet worden, blijft er niet zoveel over voor elk kind. Daarom hebben vader en moeder iets bedacht. Alide moet naar het klooster.

 

Moeder vindt het eigenlijk niet zo leuk dat ze Alide weg moeten sturen, want Alide is een heel lief en rustig meisje. Zij en moeder gaan vaak samen de tuin in om aardbeien en bessen te plukken, dan kletsen ze samen uren achter elkaar. Toch denkt ze dat dit de beste oplossing is. Mensen die in het klooster zitten zijn meestal erg vroom en de mensen kijken tegen hen op. Alide zal leren lezen en schrijven en ze zal elke dag kunnen bidden voor het zielenheil van de familie, om te zorgen dat haar familieleden niet zolang in het vagevuur hoeven te blijven nadat ze gestorven zijn.

 

Alide is negen jaar en ze heeft vorige week te horen gekregen dat ze naar het klooster moet, ze is hier erg verdrietig over en heeft helemaal geen zin! Ze zal van huis weg moeten naar een plek die ze helemaal niet kent. Ze moet bij vreemde vrouwen gaan wonen, ze heeft gehoord dat de zusters in het klooster erg streng zijn! Wat als ze niemand aardig zal vinden, dan is ze helemaal alleen in zo’n groot stenen klooster…

 

Alide ligt nog steeds op bed, het is zondag. Over een paar uur gaan ze naar het klooster. Alide heeft haar spullen al gepakt maar veel mag ze niet meenemen. Ze heeft een stel kleren ingepakt, een kam voor haar haren en een mooie drinkbeker. Al haar mooie jurken moet ze achter laten. Ze heeft gehoord dat in het klooster kleren niet belangrijk zijn, de zusters willen er sober uitzien, vooral kleren met veel kleuren vinden ze niet netjes. Iedereen heeft hetzelfde aan, een lange habijt, dat is een jurk tot op de enkels. De habijt is van grijzige stof, niet echt zwart en ook geen wit. De mensen noemen de zusters uit het klooster ook wel een ‘grauwzuster’ omdat ze zulke grijze grauwe kleding aan hebben, maar dit is meestal niet aardig bedoelt.

 

Moeder roept; ‘Alide, kom je? Alide we gaan zo weg!’ Traag en met tegenzin stapt Alide haar bed uit. Ze pakt het bundeltje kleren, haar kam en haar beker en loopt naar beneden. Moeder is al beneden en het ontbijt is al klaargezet door de dienstmeid. Moeder kijkt erg verdrietig. Samen lopen ze naar de ontbijttafel waar iedereen al klaar zit. Haar zussen zeggen niets, één zus roert in haar pap, de anderen kijken stil voor zich uit. Haar broertjes zitten te klieren en proberen elkaar te schoppen onder de tafel. Haar vader kijkt nors. Het lijkt net of het hem niets kan schelen dat Alide weg gaat!

 

Na het ontbijt vertrekt de hele familie richting Elburg. Normaal gesproken gaat de familie elke zondag naar de Sint Nicolaaskerk om de mis bij te wonen, maar vandaag gaan ze naar het Agnietenklooster. Alide kent het klooster wel, ze is er wel eens langs gelopen. Het gebouw is vierkant, de muren zijn hoog, het gebouw ziet er maar saai uit in vergelijking met de mooie kerk. In de zijmuur van het klooster is een ingang naar de kapel. Boven de ingang staat een klein beeldje van Sint Agnes. In de kapel worden diensten gehouden, maar er worden geen lange preken gehouden zoals in de kerk. In de kerk vertelt de priester veel in het Latijn, dit klinkt heel mooi maar de meeste mensen verstaan er geen woord van! De pater van het klooster vertelt de mensen hoe ze goed moeten leven, hij spreekt in het Nederlands zodat iedereen hem goed kan begrijpen.

 

Tijdens de dienst staat de hele familie in de kapel. Er zijn geen kerkbanken. Alide ziet nergens de zusters van het klooster maar ze weet dat zij boven zijn, dit heeft haar moeder haar verteld. De zusters in het klooster hebben geen contact met mensen buiten het klooster, daarom zitten de zusters boven op een soort balkon en de gewone mensen beneden. De mensen beneden en de zusters boven kijken allemaal in de richting van het altaar, het altaar ziet er mooi uit maar er zijn weinig versieringen. Dit is wel anders in de Sint Nicolaaskerk waar je tijdens de mis je ogen uit kunt kijken naar de prachtige schilderingen op de muren, de beelden en de versierde altaren in verschillende hoeken van de kerk.

 

Als het lied is afgelopen lopen vader en moeder ineens naar voren. Alide kijkt met verschrikte ogen opzij. Wat doen ze nu! Je mag niet zomaar richting het altaar lopen! Haar verbazing wordt nog groter als moeder haar bij de hand pakt. Nu begrijpt ze het, het is zover. Samen met vader en moeder loopt ze naar voren. Het trapje op en helemaal tot aan het altaar dat op een verhoging staat voor in de kapel.

 

Vader en moeder knielen voor het altaar, moeder trekt Alide ook naar beneden. ‘Knielen, nu! Dat had ik je toch gezegd!’ De pater stelt allemaal vragen aan vader. Alide hoort helemaal niet meer wat er allemaal gezegd wordt, ze hoort alleen haar hart bonken in haar oren. Ze denkt: ‘Het is zo ver, vader en moeder brengen me nu weg. Ik zal hier moeten blijven en de rest gaat weer naar huis! Houden vader en moeder dan niet van me? Waarom moet ik weg?!’  

 

De dienst is afgelopen en Alide loopt samen met de pater door een deur van de kapel, de mensen gaan naar huis. Alide kijkt nog een keer achterom en ziet moeder met tranen in haar ogen tussen de mensen staan.

 

Alide loopt samen met de pater het gebouw in. Er is een kleine gang die naar de kamer van de pater leidt. Daar zet de pater Alide op een stoel. Hij zegt; ‘Alide wacht jij even hier, ik ben zo terug. Ik zal de mater van het klooster halen. Dan kunnen jullie elkaar ontmoeten.’ Alide vraagt: ‘Wat is een mater?’ ‘De mater, dat is de Moeder-overste van het klooster. Zij is de baas in het klooster. Ze is eigenlijk de moeder van alle zusters’, zegt de pater.

 

De pater loopt de kamer uit, de zware houten deur valt achter hem dicht. Daar zit Alide dan in een vreemde kamer, ze weet niet wat ze kan verwachten. Ze voelt zich ellendig en weet op dat moment niets anders te doen dan te bidden tot God.

 

Terwijl Alide met gebogen hoofd en gesloten ogen op de stoel zit gaat de deur van de kamer weer langzaam open het is de pater met de mater. De pater zegt: ‘Kom maar Alide dan kun je kennis maken met de mater.’

 

Alide loopt met gebogen hoofd naar de mater toe, ze blijft vlak voor de grote vrouw staan en schuift met haar voeten over de grond. Ze was al zenuwachtig, maar nu is het helemaal erg. Haar buik borrelt van de zenuwen en ze heeft een brok in haar keel. Ze kan bijna niet slikken. Alide moet haar tranen bedwingen en ze wil eigenlijk wegrennen, terug naar huis.

 

Dan hoort ze een zachte stem, ‘Hallo, dus jij bent Alide. Alide kijk mij eens aan ik wil je gezicht eens bekijken.’ Alide twijfelt maar kijkt dan heel voorzichtig omhoog. Ze ziet een vriendelijke glimlach, bolle wangen en boven de wangen twee stralende vriendelijke ogen. ‘Ik ben Moeder Bette Maria, je mag mij Moeder Bette noemen. Welkom in dit klooster. Ik zie dat je een beetje zenuwachtig bent, maar dat maakt helemaal niet uit. Je zal je snel op je gemak voelen.’

 

‘Kom maar mee naar binnen.’ Alide geeft Moeder Bette een hand en ze lopen samen de deur door. Achter de deur ziet Alide een kleine binnenplaats en de muren van het hoge gebouw. In de muur zitten allemaal kleine raampjes. Alide wordt een beetje nieuwsgierig, maar ze is nog steeds erg bang en zenuwachtig, ze kijkt nog even achterom en ziet de pater vriendelijk naar haar glimlachen.

 

 

Deel 2 De eerste dag

 

Het is weer ochtend, de zonnestralen kruipen door de kleine ruitjes van de slaapzaal. Alide ziet de zonnestralen vallen op de houten vloer, maar het is niet de vertrouwde vloer van haar huis. Alide moet even nadenken waar ze is, ze heeft zo diep geslapen. Maar al snel weet ze het weer. Haar verdriet van gisteren is nog niet helemaal verdwenen, gisteravond heeft ze zichzelf in slaap gehuild, haar hoofd is er nog steeds zwaar van.

 

Nadat ze gisteren aankwam heeft Moeder Bette, Alide haar het slaapvertrek gewezen. Het is een grote zaal met allemaal bedden. Een bed in de hoek heeft de mater aangewezen voor Alide. In de muren van de grote zaal zitten kleine raampjes die het licht naar binnen laten.

 

Het bed is een normaal houten bed met een matras gevuld met stro en een kussen die ook gevuld is met stro. Een linnen laken en een wollen deken. De deken ruikt muf en het matras prikt doordat het stro door de stof naar buiten komt. In de muren van de grote zaal zitten kleine raampjes die het licht naar binnen laten.

 

Ook heeft Moeder Bette haar de rest van het klooster laten zien. Het klooster bestaat uit veel gebouwen dicht tegen elkaar aan gebouwd. De gebouwen zijn hoog en de muren zijn dik. Het gebouw lijkt wel een beetje op haar huis. Dikke stenen en zware balken voor het dak. De andere huizen in de omgeving zijn gemaakt van hout met strooien daken. Alleen kerken, kloosters en kastelen zijn gemaakt van steen. De gewone mensen kunnen geen stenen betalen.

 

Alide heeft gisteren begrepen dat het klooster uit twee delen bestaat. Het deel waar zij slaapt deelt ze met andere vrouwen en meisjes, sommigen zijn net als haar nog erg jong. Veel van deze vrouwen willen graag een echte zuster worden. Maar ze moeten eerst laten zien dat ze dit echt willen. Deze meisjes en vrouwen worden novice genoemd. Daarnaast zijn er net als Alide een aantal meisjes die door hun familie naar het klooster zijn gebracht. De meesten wilden dit natuurlijk niet zelf maar ze hebben geen keus en zullen in het klooster blijven tot ze oud genoeg zijn om zelf te kunnen beslissen of ze hun hele leven in het klooster blijven. Tot die tijd zullen ze in het klooster worden opgevoed en zullen ze leren lezen en schrijven en meedoen met de taken van de zusters.

 

In het andere deel van het klooster wonen de zusters die een kloostergelofte hebben afgelegd. Dit betekent dat deze zusters leven volgens de regels van ‘de derde orde van Franciscus’. Zij mogen geen contact hebben met de mensen buiten het klooster, daarom gaan ze niet of zelden naar buiten. Om de gelofte te mogen afleggen moet je eerst een jaar als novice in het klooster leven om te laten zien dat je echt in het klooster wilt. Alide is nog te jong om de gelofte af te leggen daar moet je vijftien jaar voor zijn. In het gesloten deel van het klooster gelden de regels van ‘de derde orde van Franciscus’, maar dat geldt niet voor het deel waar Alide woont. Natuurlijk zijn er wel regels waar zij zich aan moet houden. De Moeder-overste heeft haar de regels verteld die in het klooster gelden en hoe de dagindeling eruit ziet.

 

In het klooster houden de zusters zich aan de getijden. Dit zijn acht delen waarin de dag verdeeld wordt. De dag begint met de metten, om twaalf uur ’s nachts verzamelen de zusters zich in de bovenkapel, ze zingen dan psalmen en lezen teksten uit het getijdenboek. Gelukkig hoeft Alide niet bij de metten te zijn, en mag zij ’s nacht lekker doorslapen! Voor Alide begint de dag met de lauden, ze heeft zich voor de lauden al aangekleed en gewassen met koud water uit een emmer.

 

Bij zonsopgang verzamelt iedereen zich in de bovenkapel. Alide vindt dit prachtig, de zon schijnt dan in stralen door de grote ramen van de kapel, en de psalmen klinken zo mooi! Daarna begint voor Alide de dag, zij en nog een aantal meisjes moeten helpen met allerlei klusjes: wassen, schoonmaken, helpen in de tuin, helpen met het eten. De klusjes duren tot twaalf uur, dan verzamelt iedereen zich weer in de kapel en bidden ze voor de sext, het vijfde deel van de dag. Het derde en het vierde deel, de priem en de terts hebben de ingewijde zusters voor zichzelf gebeden. Alide en de andere meisjes doen hier niet aan mee.

 

’s Middags gaat Alide naar school, natuurlijk is dit ook in het klooster. In de bibliotheek van het klooster staat een grote tafel. Aan de tafel zitten een aantal meisjes. De meesten zijn een stuk ouder dan Alide, het meisje naast haar is al veertien jaar en heet ook Alide! Ze hebben de vorige dag al kennis gemaakt, het meisje is erg aardig. Toen Alide ’s avonds moest gaan slapen en erg overstuur was heeft zij haar getroost. Ze vertelde dat ze ook in het klooster is gebracht door haar ouders, vijf jaar geleden nu. Ze was dus ook negen jaar toen ze in het klooster kwam. Ze vertelde dat zij aan het begin erge heimwee had gehad en het helemaal niet leuk vond in het klooster, maar dat het na een tijdje wende en ze het zelfs leuk begon te vinden. Ze had gezegd: ‘Je leer hier zoveel en er is altijd wat te doen!’ 

 

Nu zitten ze weer met elkaar te praten, heel zachtjes want het is erg stil in de bibliotheek en eigenlijk moeten de meisjes ook stil zijn. Maar Alide wil nog een paar dingen vragen. ‘Zeg Alide, mis jij je moeder niet heel erg?’ Het grote meisje kijkt Alide aan. ‘Natuurlijk mis ik haar vaak maar ik heb heel veel aan moeder Bette Maria, zij is nu bijna als een moeder voor mij.’ ‘Aan het begin miste ik mijn moeder heel erg en was ik erg blij als ze op bezoek kwam. Ik keek er dagen naar uit. Nu vind ik het nog steeds fijn als mijn ouders me komen opzoeken, maar ik ben niet meer verdrietig als ze weer weg gaan.’

 

Alide denkt na over wat het meisje gezegd heeft. Ze hoopt dat haar ouders ook snel eens op bezoek komen. Dan gaat ze weer verder met haar werk. Ze oefent grote letters op een papier. Ze schrijft de letters na uit een boek. Voordat ze aan een nieuwe letter begint laat ze de letter die ze af heeft aan de zuster zien. ‘Zo goed?’ De zuster zegt: ‘Heel mooi gedaan Alide, en welke letter was dit ook alweer?’ Ze kijkt naar de letter met de drie pootjes. ‘Dit is de W.’ ‘Dat klopt’, zegt de zuster. ‘En de volgende letter welke is dat?’ ‘Dat is de A’, dat heeft Alide snel onthouden, omdat haar eigen naam ook met de A begint. Ze doopt haar ganzenveer weer in de inkt en begint aan de A.

 

Ondertussen is het alweer drie uur. De zuster die heeft geholpen met de letters vraagt de aandacht van de meisjes. ‘Meisjes, het is drie uur, het is nu noon, de meesten van jullie weten al wat de noon is maar Alide is hier nog maar pas, wie kan het Alide uitleggen?’ Een ander meisje Nyese steekt haar hand op. ‘De noon is het zesde deel van de dag. Met de noon lezen we het middaggebed en zingen we een psalm.’ Alide knikt, het zesde deel, ze weet dat er acht delen zijn dus er moeten er nu nog twee komen. Ze vindt het maar ingewikkeld, zal ze het ooit allemaal kunnen onthouden?

 

Er zijn zoveel nieuwe dingen om te leren en te onthouden, de middag vliegt voorbij. Om zes uur klinkt een luide bel. Wat zal er aan de hand zijn? ‘We gaan eten.’, zegt Nyese. Iedereen loopt richting de refter, de grote eetzaal. Voor de deur blijven ze stilletjes wachten tot de Moeder-overste er aan komt, dan gaan ze naar binnen. Alide loopt achteraan. Iedereen voor haar buigt voor het kruis waar ze langs lopen dus doet Alide dit ook maar. Haar maag rommelt al behoorlijk. In het klooster eten ze maar twee keer per dag en buiten de refter mag niet gegeten worden! Alide is dit niet gewend. De zusters gaan zitten aan lange tafels. Er worden gebeden opgezegd en het eten wordt gezegend. Tijdens het eten zijn er strenge regels. Je mag niet om je heen kijken en moet alleen geconcentreerd zijn op het eten. Een van de zusters leest tijdens het eten voor uit een religieus boek.

 

Na het avond eten zingen ze de vespers, de gebeden luiden het laatste deel van de dag in. De zon gaat al bijna onder en Alide en de andere meisjes worden naar de slaapzaal gestuurd. Het is een lange dag geweest en Alide is behoorlijk moe. Maar ze kan nog niet gaan slapen. Voordat de nacht begint moeten ze zich eerst weer verzamelen in de kapel voor de dagsluiting. De completen het laatste en achtste deel van de dag. Alide kan haar ogen bijna niet openhouden. Als ze eindelijk in haar bed ligt staart ze naar het plafond. Dit is dus het leven in een klooster, ze denkt aan thuis en aan haar oude leventje, toen ze kon doen en laten wat ze wilde. Ze zag toen wel eens op tegen de klusjes die ze moest doen voor haar moeder. Maar ze zou nu wat graag willen ruilen. Zou ze hier ooit kunnen wennen… is het laatste wat Alide denkt voor ze in slaap valt.

Download
Kader voor brief.jpg
JPEG-bestand 70.4 KB


Aankleednonnetje | thuisactiviteit #6

Nonnetje Alide, een aankleedpopje maken.

De nonnen in het klooster hadden een sober leven. In het klooster in Elburg leefden zij volgens de orde van Franciscus. Er was voorgeschreven hoe de dagindeling van de nonnen eruit zag. Ook de kledingvoorschriften waren erg streng. Een non mocht ‘s ochtends niet kiezen wat ze aan wilde, ze had één stel kleren en daar moest ze het mee doen. Iedereen hetzelfde en iedereen gelijkwaardig.

Hier is een stukje tekst die gaat over deze kledingvoorschriften van een non die leefde volgens de derde orde van Franciscus:

Een mantel van eenvoudig laken, zij mogen daar onder dragen een hemd van witte of zwarte laken, of een wit hemd met lange mouwen gemaakt van hennep of van vlas. Hoofdbanden en snoeren van zijde mogen zij niet dragen. Een buidel van leer en een riem zonder zijde zullen zij dragen.

 

De thuisactiviteit deze week is het maken van een aankleedpopje. Zo wordt het zichtbaar welke kleding de nonnen vroeger droegen.

Materialen

• Kopieerblad ‘Aankleedpopje’

• Stiften

• Potloden

• Schaar

 

Uitvoering

Knip alle afbeeldingen uit. Vouw de flapjes naar binnen toe. Nu kun je de kleding om het poppetje heen vouwen. Eventueel smeer je de flapjes in met lijm en plak je deze vast aan het poppetje. Zo heb je van het poppetje een echte non gemaakt!


Touwslagerij Deetman | thuisactiviteit #5

Bij Touwslagerij Deetman wordt tegenwoordig nog steeds touw gemaakt op een lijnbaan. Loop maar eens langs om te kijken of de touwslager aan het werk is!

 

Om te beginnen de delen van het touw.

Je zou zeggen een touw is een touw. Maar een touw is veel meer dan alleen een touw.

Dat zal je merken als je gaat beginnen met het knopen leggen!

 

Voordat je gaat beginnen met het knopen leggen is het goed om te weten dat een touw verschillende delen heeft.

 

Werpankersteek

Ook bekend als ankerbocht. Deze steek heeft zijn bijnaam ankerbocht gekregen doordat de zeelui het touw om het anker bogen.

 

Deze knoop is in natte of glibberige touwen erg betrouwbaar, geen wonder dus dat hij veel wordt gebruikt in de zeevaart om een boot aan de kade aan te meren!

 

 

Stap 1

Steek het werkende eind tweemaal door de ring om een rondtorn te vormen.

 

 

Stap 2

Sla het werkende eind om het staande eind heen. 

Steek het werkende eind achter door de rondtorn.

 


Stap 3

Sla het werkende eind om het staande eind en maak een halve steek.

 

 

Stap 4

Trek aan beide uiteinden om de steek te sluiten.

 

 

KLAAR! Goed gedaan!

 

Meer informatie over de historie van het vakmanschap dat schuil gaat achter de familie Deetman is te vinden via deze link: http://deetman-watersport.nl/historie/ 

 

Touwslagerij Gebr. Deetman is gevestigd aan Havenstraat 2, 8081 GN in Elburg

Helaas zijn ze nu tot en met 1 juni gesloten. Normaal is de winkel van donderdag tot en met zaterdag geopend.


Sjoel Elburg; bakken| thuisactiviteit #4

Begin 1800 woonden er ongeveer 55 Joodse mensen in Elburg. Ze eerden God in een huissynagoge, maar die was veel te klein om diensten te kunnen houden.

 

Zo gebeurde het dat in 1855 het gebouw aan de Graaf Hendriksteeg feestelijk geopend kon worden als synagoge. De Joodse Elburgers gingen vanaf die tijd elke vrijdagavond naar “Sjoel.” Op vrijdagavond, als de eerste sterren aan de hemel verschijnen, begint voor hen de zondag, de sjabat, zoals de Joden die dag noemen.

 

Na de oorlog waren er niet genoeg Joodse mannen meer om een dienst te houden en sinds 2008 is de Sjoel een museum. In dit museum kun je lezen en horen hoe de Elburgers met hun Joodse medeburgers om gingen, maar ook wat het betekent om Jood te zijn en hoe Joden hun godsdienst beleven. Er zijn heel bijzondere voorwerpen te zien en wat de Joodse feestdagen  inhouden. Enkele van die feestdagen zijn Rosj-Hasjana, Chanoeka, Poeriem en Pesach.

 

We willen jullie meenemen naar het Poeriemfeest. Het is een feest dat voor Joodse kinderen heel leuk en vrolijk is.

 

Het verhaal van dit feest is ook bij niet Joodse mensen bekend. Het gaat over koningin Esther. Als je het verhaal niet kent kun je het opzoeken op een website of lezen in de (kinder) bijbel.

 

Lees eens Esther 9: vers 24 – 28

Het is een feest waarbij veel gelachen wordt en lawaai gemaakt. Als het verhaal wordt voorgelezen maken de kinderen veel herrie als de naam van Haman wordt genoemd.

Ze gebruiken dan een ratel of roffelen met hun handen op de tafel. De kinderen mogen zich verkleden en zetten zelfgemaakte maskers op.

Ook wordt er veel en lekker gegeten, een speciale lekkernij is Hamansoren.


Kleurplaat Rijdende Artillerie | thuisactiviteit #3

 

De Historische Collectie Korps Veldartillerie (Artilleriemuseum)

Het kan zijn dat je wel eens knallen hebt gehoord van oefenende legeronderdelen op de Oldebroekse Heide. Wil je weten waar die knallen vandaan kwamen?

Op de legerplaats bij Oldebroek wordt er regelmatig door militairen geoefend. Hier staat ook de Historische Collectie Korps Veldartillerie (voorheen Nederlands Artillerie museum), dit museum laat zien wat de Nederlandse artillerie is en hoe zij is ontstaan. Er zijn historische kanonnen en diorama’s.

 

Je kunt er bijvoorbeeld de ontwikkelingen van het kanon bekijken. Een klein stukje

geschiedenis:

 

Vanaf de Romeinen tot in de Middeleeuwen werd gebruik gemaakt van het ’spangeschut’, dit zijn bijvoorbeeld katapulten, onagers en ballista’s, hiermee werden stenen kogels, zware pijlen en grote keien weggeschoten. Met de komst van het buskruit rond 1300, konden zwaardere kogels over een langere afstand worden geschoten. Eerst werden de kogels vanaf de voorkant in het kanon geplaatst, dit wordt voorladen genoemd. Later werden de kogels vanaf de achterkant in het geschut geplaatst, het achterladen, waarmee sneller achter elkaar kon worden geschoten.

 

Ook komt de betekenis van de artillerie binnen het Nederlandse leger en de tradities van dit wapen volop aan bod. Zo is er aandacht voor de Luchtdoelartillerie, de Rijdende artillerie, het KNIL, het artillerie muziekkorps, het Artillerieschietkamp en de banden met het Koninklijk Huis.

 

Kortom, kom een keer een bezoek brengen aan de historische collectie van het

Veldartillerie op ‘t Harde, en ontdek het zelf!

 
Historische Collectie Korps Veldartillerie

Legerplaats bij Oldebroek

Eperweg 149

8084 HE ’t Harde

0525 – 65 73 10

www.nederlandsartilleriemuseum.nl

Dit museum laat zien wat de Nederlandse artillerie is en hoe zij is ontstaan. Er zijn historische kanonnen en diorama’s.

 

De kleurplaat kun je hier als pdf downloaden:

 

Download
Kleurplaat gele rijders.pdf
Adobe Acrobat document 1.1 MB

#2  Elburg Sudoku

In Elburg en omgeving is veel te zien en te beleven!

Hieronder staan een aantal symbolen.

Elk symbool staat voor een leuke plek of museum in de gemeente Elburg. De symbolen gebruik je om de Sudoku in te vullen. Hoe werkt deze puzzel:

Vul het vierkant zo in dat in elke rij, elke kolom en elk vierkantje van 3 bij 3 hokjes alle symbolen 1 keer voorkomen.

 

Hieronder zie je de symbolen die je moet gebruiken om de Sudoku in te vullen.


#1 Palmpasen stok

Betekenis van de Palmpasen stok

Afgelopen zondag 5 april was het Palmzondag. Voor wie nog geen mooie Palmpasen stok heeft gemaakt, volgt hier de instructie om nog even lekker bezig te zijn met zo'n mooie stok om het met Pasen een beetje gezellig te maken. 

De Palmpasen stok bestaat uit twee stokken in de vorm van een kruis en wordt met Palmpasen gemaakt. Er horen bepaalde vaste attributen bij, die elk een eigen betekenis hebben. Dit zijn de onderdelen die bij een Palmpasen stok horen:

 

Het kruis

Staat symbool voor het kruis waarop Jezus stierf (Goede Vrijdag/middag)

 

De Palmtakken

Staan symbool voor de intocht in Jeruzalem (Palmzondag). In Nederland worden deze vaak vervangen door buxustakken.

 

Het broodhaantje

Het haantje van brood staat symbool voor het breken en verdelen door Jezus van het brood bij het laatste avondmaal (Witte Donderdag). De haan staat symbool voor de haan die één keer (volgens Marcus ook nog een keer ter waarschuwing) kraaide nadat Petrus drie keer had gezegd dat hij Jezus niet kende (Goede Vrijdag/vroege ochtend).

 

De Eieren

Staan symbool voor nieuw leven (Paaszondag).

 

De 30 rozijnen

Staan symbool voor de 30 zilverlingen waarvoor Judas Jezus verraadde. Tegenwoordig worden in plaats van rozijnen ook andere snoepjes gebruikt.

 

De 12 pinda's

Verwijzen naar de twaalf apostelen.

Hoe maak je een eigen Palmpasen stok?

Dit zijn de benodigdheden voor het maken van een Palmpasen stok.

  • 2 dunne houten latten circa 50 en 40 cm lang
  • spijkers of schroeven
  • touw en smal lint
  • gekleurd crêpepapier, gekleurd (breed) lint of tape
  • echte bloemen of nepbloemen
  • takjes buxusgroen
  • punaises
  • grote naald en draad (voor het rijgen van de slingers)
  • pinda's, rozijnen, gekleurd snoep of gedroogd fruit
  • mandarijnen
  • paasversiering zoals plastic, gedecoreerde eieren
  • vlaggetjes of uitgeknipte paasfiguurtjes
  • een broodhaantje, zelfgebakken of gekocht bij de bakker

 

Stappenplan bij het maken van een Palmpasen stok

 

1. Een plat kruis maken

Neem twee houten latten of stokken. Eén stok van ongeveer 50 centimeter en eentje van ongeveer 30 centimeter lang. Afhankelijk van de grootte van het kind, kan de stok natuurlijk groter of kleiner worden gemaakt (bijvoorbeeld in de verhouding 60 centimeter en 40 centimeter, etc.).

De langste lat (hoofdlat) ga je verticaal gebruiken, de kortste lat horizontaal. Met de kortste lat vorm je dus een kruis op de hoofdlat, door de korte lat ongeveer 2/3 van de onderkant, op de grote lat te bevestigen. Spijker of schroef de latten aan elkaar vast in de vorm van een kruis of bind de latten met touw stevig aan elkaar.

Sla tenslotte bovenop de top van het kruis in het midden een lange spijker, waarop later het broodhaantje kan worden geprikt over de bovenkant -de kop- van de spijker heen.

De stokken moeten stevig vast komen te zitten en door het werken met spijkers is dit echt een werkje voor volwassenen. Kinderen kunnen dit dus beter niet zelf doen.

 

2. Het hout omwikkelen

Omwikkel de latten met gekleurd papier of lint, zodat je het hout niet meer ziet. Je kunt hier ook leuk gekleurd (papier)tape gebruiken.

 

3. Een slinger maken

Maak met een grote naald en stevig draad, een of meerdere slinger(s) van bijvoorbeeld pinda’s, rozijnen, eitjes, gekleurd snoep en gedroogd fruit. Officieel worden er 30 rozijnen gebruikt, maar wees creatief.

Hang de slinger aan de horizontale uiteinden van het kruis. Je kunt de slinger met punaises in het hout vastzetten.

 

4. Verdere versiering

Bevestig snoepjes, fruit (zoals mandarijnen) of leuke paasversiering aan een touw of lint. Knoop ook deze versiering aan het kruis, zodat dit losjes naar beneden komt te hangen.

Het kruis kun je verder nog versieren met vlaggetjes of uitgeknipte paasfiguurtjes. Je kunt de Palmpasen stok zo mooi maken en zo rijkelijk decoreren als je zelf wilt.

Zorg dat de stok niet te zwaar wordt en nog makkelijk te dragen is!

 

5. Het broodhaantje op de stok zetten

Om te voorkomen dat het broodhaantje te hard wordt en breekt, kun je het haantje het beste pas op de dag zelf op de stok zetten. Prik het broodhaantje op de spijker bovenop het kruis en je palmpaasstok is klaar. Wij wensen je veel plezier met het showen van je eigen Palmpasen stok voor het raam! 

 

 

Omdat de kerken dicht zijn en je misschien zelfs helemaal niet gewend bent om naar de kerk te gaan, is het natuurlijk een leuke decoratie voor in huis, waar je ook nog eens lekker van kunt smikkelen. 


Reactie schrijven

Commentaren: 0